Mevrouw Erna Siebens vergastte ons in het Ecohuis op een heerlijke voordracht met beeldprojectie en presentatie van historische klederdrachten. Als men de zaal binnentrad zag men reeds een hele reeks prachtige replicakostuums staan, nagemaakt van bekende schilderijen van adelijke dames. Heel indrukwekkend.
Toen Erna het woord nam, kwamen de toehoorders vlug in de ban van haar verhaal. Zij presenteerde dat op een zeer levendige en snel afwisselende manier. De spreekster beheerste volledig haar materie. Het aantal items dat ze aanbracht leek wel onuitputtelijk.
Reeds in de oudheid lagen de grote principes vast. Schoonheid betekent gezondheid. De haartooi en het aanwenden van allerlei middeltjes waren van in het begin belangrijk. Zo smeerde Romeinse dames een crème op het gelaat. Spreekster hechtte veel belang aan de samenstelling van dergelijke crèmes. Gedurende vele eeuwen zaten daar giftige producten in.
Tijdens de vroege middeleeuwen was de kledij eerder vormloos. Getrouwde vrouwen droegen een doek op het hoofd. Maar vrouwen waren des duivels. Na de kruistochten verbeterde dat. De Mariaverering werkte dat in de hand. De aandacht ging naar de buik. De angst voor de schaamluis introduceerde het epileren (haar verwijderen). Het voorhoofd werd ook geëpileerd. De Bourgondische tijd kenmerkte zich door rare hoeden, die heel onpraktisch moeten geweest zijn. Tijdens de renaissance werden de broeken breder en kwam voor de mannen de eigenaardige schaambuidel (braquette) in de mode. Zij wilden ook pronken met een grote neus, maar de vrouwen beten erin. De vrouwen toonden een voorkeur voor blonde haren en blanke huid. Die kleuren betekende zuiverheid. In die periode ontstond ook de verheerlijking van de borsten.
Spreekster veranderde toen haar kledij. Zij tooide zich met een replica van het schitterend gewaad van Elisabeth Tudor (16de eeuw). Maar daar kreeg ze het toch te warm van.
De Franse koning Lodewijk XIV introduceerde de grote pruiken. Tijdens de rococoperiode kwamen geparfumeerde poeders in gebruik. Zij werden gelanceerd door Madame de Pompadour. Zij pronkte met haar blanke huid met een blosje. Ten tijde van Marie Antoinette ging het haar de hoogte in en nam exuberante vormen aan. De opinie dat “Wie mooi wil zijn, pijn moet lijden” werd gemeengoed.
De 19de eeuw betekende een grote breuk. De nieuwe mode kwam uit de revolutionaire kringen. Men streefde naar volledige naturel. Tijdens de biedermeier schatte men het bleke, melancholische gelaat hoog in en gebruikte men goedkope make-up. Queen Victoria van Engeland poneerde een verzorgd, deugdzaam, en bescheiden leven. Men moest zich goed wassen. Koningin Sissi wilde er altijd jong uitzien, mager en met donkere, naturel haartooi. Het kapsel kreeg veel aandacht. De vrouwen gebruikten het krulijzer om pijpenkrullen te verkrijgen. Om een kapsel met dubbele stukken te creëren had men menselijk haar nodig. Er ontstonden zelfs haarfokkerijen. Blond haar was duurder. In Engeland ontstond voor de mannen het “dandy-type”. De mannen wilden een strakke lijn. Maar de opsmuk met opzichtelijke snorren, die veel onderhoud vroegen, kwam uit Pruisen.
De vrouwen vertoonden na 1875 de eerste stapjes naar meer vrijheid. Er kwam verzet tegen de heersende wespentaille. Vanaf 1900 gingen de vrouwen de make-up dagelijks dragen. De Russische Anna Pavlova introduceerde de zwarte oogschaduw die tot heden modisch blijft.
Na de eerste wereldoorlog kwam er weer een grote breuk. De frontkwetsuren bevorderde de plastische chirurgie. Korte rokken kwamen in de mode. Vanaf 1930 moesten borsten en billen voor meer aanzien zorgen. Een treffend voorbeeld was Marilyn Monroe. Na de tweede wereldoorlog verschenen fitness-centra en schoonheidssalons. Men streefde naar de slanke lijn. Helena Rubinstein promoveerde de cosmeticaproducten maar liet ze ook testen. Vanuit Las Vegas kwam het gebruik van siliconen. In de jaren vijftig deden de brede rokken met smalle taille hun intrede. Men kon lippenstift in alle kleuren kopen. Er ontstonden multinationals die enorme winsten boekten. Maar er kwam ook tegenkanting, onder meer van Simonne de Beauvoir wiens voorkeur naar zwarte kledij ging. Vanaf de jaren zeventig wilde men absoluut lang haar. De mensen gingen er allemaal hetzelfde uitzien. Vanaf de jaren negentig werden natuurproducten fel gegeerd.
Tot daar deze samenvatting die een idee moet geven van wat er allemaal aan bod kwam. Moeilijker is het om de grappige sfeer in de zaal en de spottende toon van de spreekster tegenover allerlei overdreven modeverschijnselen te beschrijven. Opvallend was ook haar steeds weerkerende kritische houding tegenover de toenemende commercialisering. (G.V.B.)